21st Century Skills
Kennisnet
Onze maatschappij verandert en het onderwijs wordt genoodzaakt deze veranderingen mee te volgen. Wij, als leerkracht, moeten ervoor zorgen dat onze leerlingen klaar zijn voor de echte wereld. Doordat de arbeidsmarkt verandert, moet het onderwijs dus ook veranderen. Onze leerlingen moeten competenties ontwikkelen waar onze samenleving behoefte aan heeft. Vroeger was er eerder een industriële maatschappij, deze is geëvolueerd naar een informatie- of kennismaatschappij. Wanneer we spreken over een informatiemaatschappij denken we snel aan alle informatie en informatiesystemen die door middel van ICT (Informatie- en Communicatietechnologie) beschikbaar is. De term kennissamenleving is iets breder, dit refereert naar de manier waarop onze economie georganiseerd is. We moeten ons onderwijs dus aanpassen aan de manier waarop jobs ingevuld worden in deze tijd. Computers hebben de routine jobs zoals productiewerk reeds overgenomen. Toch kan dit niet voor ieder beroep, denk maar aan een arts die een diagnose moet stellen, dit zijn eerder complexe patronen die je moet kunnen interpreten en dus enkel door de mens mogelijk zijn. Dit neemt echter niet weg dat artsen reeds ondersteund worden door computers die informatie generen voor hen. Deze ontwikkelingen gebeuren al op dit moment en zijn voor het onderwijs makkelijker om op in te spelen. Maar onze maatschappij blijft ontwikkelen en verwacht dat het onderwijs de samenleving van de toekomst opleidt voor jobs die nog niet bestaan. We gaan er van uit dat er een aantal kerntaken vergelijkbaar zijn binnen al deze verschillende banen. Deze kerntaken vragen om andere, nieuwe competenties, met name de 21st century skills. Deze nieuwe competenties omvatten kennis, vaardigheden en attitudes. |
Columbusmodel
Het Columbusmodel telt 12 vaardigheden. Dit model is gebaseerd op een ontdekkingsreis. Je bent op weg naar een doel, maar weet niet wat je allemaal tegenkomt. Alle 21e-eeuwse vaardigheden hebben hun eigen plaats ten opzichte van het schip en zijn bemanning. De vaardigheden zijn opgedeeld in 3 groepen: de dragende vaardigheden, de stuwende vaardigheden en de verbindende vaardigheden.
De dragende vaardigheden symboliseren de zee en het water waarop het schip vaart. Ze vormen de basis van alle vaardigheden. Deze vaardigheden zijn het fundament, zonder deze vaardigheden zou het schip zinken. De dragende vaardigheden zijn creativiteit, kritisch denken, wendbaarheid en ondernemendheid.
De stuwende vaardigheden symboliseren de wind. De wind laat het schip bewegen en brengt het schip dichter bij zijn doel en eindbestemming. De stuwende vaardigheden zijn het makkelijkst aan te leren. Zonder deze vaardigheden ontwikkeld te hebben, zal het schip onbestuurbaar worden. De vaardigheden die hieronder vallen zijn de vaardigheden de digitale technologie kunnen omzetten in concrete oplossingen. De stuwende vaardigheden zijn computational thinking, mediawijsheid, informatievaardigheden en ICT- basisvaardigheden.
Als laatste hebben we de verbindende vaardigheden. Deze vaardigheden symboliseren de vaardigheden die nodig zijn om ons te verbinden met de wereld die we aan het ontdekken zijn tijdens onze ontdekkingsreis. Wanneer deze vaardigheden onvoldoende of niet ontwikkeld zijn, wordt er niet samen resultaatgericht gehandeld en worden kansen ook niet volledig benut. De verbindende vaardigheden zijn sociale en culturele vaardigheden, communiceren, droomdenken en samenwerken.
Het Columbusmodel telt 12 vaardigheden. Dit model is gebaseerd op een ontdekkingsreis. Je bent op weg naar een doel, maar weet niet wat je allemaal tegenkomt. Alle 21e-eeuwse vaardigheden hebben hun eigen plaats ten opzichte van het schip en zijn bemanning. De vaardigheden zijn opgedeeld in 3 groepen: de dragende vaardigheden, de stuwende vaardigheden en de verbindende vaardigheden.
De dragende vaardigheden symboliseren de zee en het water waarop het schip vaart. Ze vormen de basis van alle vaardigheden. Deze vaardigheden zijn het fundament, zonder deze vaardigheden zou het schip zinken. De dragende vaardigheden zijn creativiteit, kritisch denken, wendbaarheid en ondernemendheid.
- Creativiteit: Dit omvat het vinden van nieuwe en ongebruikelijke maar toepasbare ideeën bij vraagstukken. Hieronder kan je bijvoorbeeld out of the box denken, fouten bekijken als leerkansen, creatieve technieken gebruiken, … plaatsen.
- Kritisch denken: Onder kritisch denken verstaan we het vermogen om zelfstandig tot beargumenteerde en weloverwogen afwegingen, beslissingen en oordelen te komen. Denkvaardigheden zijn hiervoor nodig om informatie te doorzien en op waarde te schatten, onjuistheden signaleren en om een visie/mening tegen het licht te houden. Hierdoor kan beargumenteerd een beslissing of eigen oordeel/standpunt bepaald worden.
- Wendbaarheid: Wendbaarheid of zelfregulering houdt in dat men de eigen verantwoordelijk kan nemen voor het eigen handelen op zelfstandige basis binnen de context van een specifieke situatie/omgeving. Hierbij wordt rekening gehouden met de eigen capaciteiten.
- Ondernemendheid: Ondernemendheid is de vaardigheid om kansen te zien en te benutten. Iemand die ondernemend is, neemt intrinsiek gemotiveerd verantwoordelijkheid. Hij weet wat hij wil en kan een impuls door wilskracht omzetten in een doelbewuste actie in de buitenwereld.
De stuwende vaardigheden symboliseren de wind. De wind laat het schip bewegen en brengt het schip dichter bij zijn doel en eindbestemming. De stuwende vaardigheden zijn het makkelijkst aan te leren. Zonder deze vaardigheden ontwikkeld te hebben, zal het schip onbestuurbaar worden. De vaardigheden die hieronder vallen zijn de vaardigheden de digitale technologie kunnen omzetten in concrete oplossingen. De stuwende vaardigheden zijn computational thinking, mediawijsheid, informatievaardigheden en ICT- basisvaardigheden.
- Computational thinking: Deze vaardigheid is het procesmatig (her)formuleren van een probleem op een bepaalde manier zodat het door de technologie van een computer opgelost kan worden. Het gaat hier over een verzameling van denkprocessen waarbij volgende zaken gebruikt worden om problemen op te lossen met behulp van ICT-gereedschappen en -technieken: probleemformulering, gegevensorganisatie, -analyse en -representatie.
- Mediawijsheid: Omdat we in een gemediatiseerde samenleving leven hebben wij, burgers, nieuwe competenties nodig. Deze omvatten het kunnen participeren, functioneren en produceren binnen onze gemediatiseerde maatschappij.
- Informatie-vaardigheden: In deze vaardigheid gaat het in de huidige context van de 21ste eeuwse vaardigheden vooral over digitale bronnen. Het omvat op een juiste manier bronnen leren raadplegen, informatie opzoeken, selecteren en vervolgens verwerken, gebruiken en verwijzen. Leerlingen dienen informatie uit bronnen te kunnen analyseren, formuleren, op betrouwbaarheid en bruikbaarheid beoordelen en evalueren.
- ICT-basisvaardigheden: Onder ICT-basisvaardigheden vallen de kennis en vaardigheden die nodig zijn om netwerken en de werking van computers te begrijpen. Anderzijds ook het kunnen omgaan met verschillende soorten technologieën en ook de mogelijkheden, beperkingen en bediening van technologie te begrijpen. De werking van een computer valt hier ook onder.
Als laatste hebben we de verbindende vaardigheden. Deze vaardigheden symboliseren de vaardigheden die nodig zijn om ons te verbinden met de wereld die we aan het ontdekken zijn tijdens onze ontdekkingsreis. Wanneer deze vaardigheden onvoldoende of niet ontwikkeld zijn, wordt er niet samen resultaatgericht gehandeld en worden kansen ook niet volledig benut. De verbindende vaardigheden zijn sociale en culturele vaardigheden, communiceren, droomdenken en samenwerken.
- Sociale en culturele vaardigheden: Hier gaat het specifiek over het kunnen samenwerken, leren en leven met mensen van verschillende etnische, culturele en sociale achtergronden. Het gaat hier meer bepaalt om:
- Het kennen en herkennen van bepaalde gedragscodes in verschillende sociale situaties.
- Zich kunnen inleven in anderen.
- Belangstelling kunnen tonen voor anderen.
- Eigen gevoelens herkennen en op een constructieve manier kunnen uiten.
- Opbouwend kunnen communiceren met andere in verschillende communicatieve situaties.
- Respect opbrengen voor andere visies, gedragingen en uitingen in communicatieve situaties.
- Bewust zijn van eigen verantwoordelijkheid als individu in de samenleving.
- Communiceren: Bij ze vaardigheid gaat het over het efficiënt en effectief overbrengen en ontvangen van een boodschap. Onder communicatie verstaan we verschillende dingen. Zo kan communicatie het doelgericht uitwisselen van informatie met anderen zijn. Het kan ook het kunnen omgaan met verschillende communicatiemiddelen zijn.
- Droomdenken: Onder droomdenken verstaan we het kunnen herkennen van een probleem en tot een aanpak komen om het probleem op te lossen. Hiervoor zijn volgende zaken nodig: signaleren, analyseren en definiëren van problemen, genereren, analyseren en selecteren van oplossingsstrategieën, het kennen en hanteren van strategieën om onbekende problemen aan te gaan, het creëren van patronen en modellen en beargumenteerde beslissingen kunnen nemen.
- Samenwerken: Bij samenwerken gaat het om het gezamenlijk realiseren van een doel en anderen daarbij kunnen aanvullen en ondersteunen. Meer specifiek gaat het om:
- Verschillende rollen bij jezelf en anderen (h)erkennen.
- Hulp kunnen vragen, geven en ontvangen.
- Een positieve en open houding ten aanzien van andere ideeën.
- Respect voor culturele verschillen.
- Kunnen onderhandelen en afspraken maken met anderen in een team.
- Kunnen functioneren in heterogene groepen.
- Effectief kunnen communiceren.
Verschil Kennisnet en Columbusmodel
Naast het Columbusmode bestaat er ook nog Kennisnet. Het verschil zit hem in het aantal vaardigheden. Zo telt het Kennisnet/SLO 11 vaardigheden en het Columbusmodel 12 vaardigheden. De 12de vaardigheid bij dit laatste model is ondernemendheid. Omdat het Columbusmodel een aanvulling is op andere bestaande modellen en deze gebruik maakt van een metafoor (ontdekkingsreis) om de onderlinge samenhang van de vaardigheden duidelijk te maken. Is er echter ook een verschil in context tussen beide. Daarnaast is er ook een verschil in verwoording, zo gebruikt het Columbusmodel niet de vaardigheid probleem oplossen maar wel droomdenken. Onder volgende titel wordt het Columbusmodel uitgelegd met informatie van de vaardigheden van het Kennisnet omdat deze ongeveer overeenkomen, met uitzondering van ondernemendheid.
Naast het Columbusmode bestaat er ook nog Kennisnet. Het verschil zit hem in het aantal vaardigheden. Zo telt het Kennisnet/SLO 11 vaardigheden en het Columbusmodel 12 vaardigheden. De 12de vaardigheid bij dit laatste model is ondernemendheid. Omdat het Columbusmodel een aanvulling is op andere bestaande modellen en deze gebruik maakt van een metafoor (ontdekkingsreis) om de onderlinge samenhang van de vaardigheden duidelijk te maken. Is er echter ook een verschil in context tussen beide. Daarnaast is er ook een verschil in verwoording, zo gebruikt het Columbusmodel niet de vaardigheid probleem oplossen maar wel droomdenken. Onder volgende titel wordt het Columbusmodel uitgelegd met informatie van de vaardigheden van het Kennisnet omdat deze ongeveer overeenkomen, met uitzondering van ondernemendheid.
Onze vaardigheden:
ICT-basis vaardigheden |
Om in onze huidige samenleving en die van de toekomst te kunnen functioneren moeten leerlingen en studenten over voldoende basiskennis beschikken omtrent technologie om deze efficiënt te kunnen gebruiken.
“Deze kennis heeft betrekking op de basisfuncties computers en computernetwerken. Het gaat bijvoorbeeld over het kunnen benoemen, aansluiten en bedienen van hardware, om kunnen gaan met tekstverwerkers, spreadsheet- programma’s en presentatiesoftware, kunnen werken met internet (browers, e-mail) en het kunnen omgaan met beveiligings- en privacyaspecten.” (Master learning and Innovation) Dankzij deze kennis leren leerlingen/studenten dat een computer niet zelfstandig gegevens verzamelt, maar dat zij hier zelf een bepaalde invloed op hebben nl. de manier waarop de informatie in de computer terecht komen en de manier waarop deze gegevens aan ons getoond worden. De ICT-basisvaardigheden liggen dus aan de basis van de totale digitale geletterdheid |
Samenwerken |
Dankzij samenwerken leren de leerlingen respectvol met andere (verschillende) mensen om te gaan. Het samenwerken kan via fysieke interactie, maar in onze huidige maatschappij kan het ook met behulp van technologie. Zo kunnen ze digitaal delen en ideeën, inzichten en kennis uitwisselen.
|
Ondernemenheid |
“Ondernemendheid is de vaardigheid om kansen te zien en te benutten. Iemand die ondernemend is, neemt intrinsiek gemotiveerd verantwoordelijkheid. Hij weet wat hij wil en kan een impuls door wilskracht omzetten in een doelbewuste actie in de buitenwereld.”
|